De later afgebroken boerderij achter de sluizen aan de grens met Duitsland. 
Foto: ©Harm Hillinga, 1965.
De later afgebroken boerderij achter de sluizen aan de grens met Duitsland.
Foto: ©Harm Hillinga, 1965.

 

Vos, het paard Vos, is een heel makkelijk dier. Als het werk erop zit en opa en Vos achter op het land zijn, wordt het tuig van het beest gehaald en zegt opa: “Vort, goa moar naur hoes tou”. Vervolgens sjokt Vos dan helemaal alleen over het land naar huis en gaat op stal staan. Op een dag loopt Vos achter het huis op de dijk aan de andere kant van de beide sluizen. Daar komt zo’n zwaar, breed paard niet zomaar. Het moet eerst de dijk op en dan over een smalle loopbrug van de eerste sluis. Vervolgens gaat de reis verder over een smal pad over de dijk naar de tweede sluis en ook daar moet je weer over een smalle loopbrug. Dan moet je een hele omweg maken omdat een paard nu eenmaal niet kan traplopen.

 

Als opa de volgende dag Vos komt halen bij de dijk achter zijn huis, blijkt het van de aardbodem te zijn verdwenen. Opa vraagt aan de sluiswachters of die Vos misschien hebben gezien. Het antwoord stemt opa ongerust. Niemand heeft Vos gezien. Het paard is in geen velden of wegen te bekennen. Na lang zoeken besluit opa om eerst maar eens naar de boerderij te gaan om het jongvee te verzorgen en dan pas verder te gaan met zijn speurtocht. Vlug gaat hij op weg naar de boerderij. De trappen bij de sluizen worden wat sneller genomen dan normaal en opa bereikt de boerderij. Tot zijn stomme verbazing, treft hij daar Vos aan, hinnikend en wachtend op opa voor de deur van de stal. Het paard is helemaal alleen naar de boerderij gelopen. Het hek is dicht, dus het beest is eerst over een paar planken die over en gracht liggen gelopen, heeft vervolgens beide sluizen genomen om bij de boerderij te komen. Dit is weer zo’n dag dat opa blij is. Er komen tranen van blijdschap.

 

Vos wordt verkocht

 

Het paard Vos. Eerst eigendom van opa Harm Hillinga en daarna van zijn zoon Eggo Hillinga. Vos loopt hier langs de inmiddels verdwenen dijk achter de woningen te Nieuwe Statenzijl. 
Foto: ©Harm Hillinga, 1964.
Het paard Vos. Eerst eigendom van opa Harm Hillinga en daarna van zijn zoon Eggo Hillinga. Vos loopt hier langs de inmiddels verdwenen dijk achter de woningen te Nieuwe Statenzijl.
Foto: ©Harm Hillinga, 1964.

Maar dan zo maar op een dag gaat het niet zoals opa dat graag wil. Hij zal weer wat gedronken hebben en scheldt weer eens op alles en iedereen. Bij het ploegen wordt Vos door de nukkige man voor de ploeg gespannen.

Daar gaat het al een mis en opa’s bui wordt steeds heftiger. Vos heeft die dag geen zin en vertikt het de ploeg te gaan trekken en al dat gescheld van opa maakt hem ook al niet werkvaardig.

De grond is nat; Vos trekt de ploeg zwaar door de aarde. Dit kan niet langer zo, dit is niet vol te houden. Een paard dat onwillig is, natte grond en opa wordt ouder. Hij besluit drastische maatregelen te gaan nemen. Vos moet worden verkocht en er moet een trekker worden aangeschaft.

Als opa iets in zijn hoofd heeft, moet dat ook gebeuren en wel onmiddellijk!

 

Zo geschiedt! Vos wordt voor vijfhonderd gulden verkocht aan een boer in Westerwolde, ik meen in de buurt van Vlagwedde en er wordt een oude trekker aangeschaft met, ijzeren wielen, want veel geld is er niet. Als het ding eenmaal in de boerenschuur staat, heeft opa alweer spijt gekregen. Voordat dit ijzeren gevaarte zijn werk kan doen, moet het eerst met de hand aan de voorkant worden aangeslingerd. Dat is zeer zwaar werk en je mag van geluk spreken als het ding binnen tien minuten 'staat te dansen'. Voordat het ijzeren paard aanspringt, volgt er na veel geslinger aan de voorkant een harde knal aan de achterkant en komt er vuur uit de uitlaat. Opa moet weer aan Vos denken, die liep toch altijd?

 

In de weken die er op volgen gaat het wel steeds makkelijker met de trekker, maar aan het gevloek en het gescheld van opa te horen, gaat het niet van harte. Ik mag ook even sturen bij opa op schoot achter het stuur, maar dat gaat verkeerd. Het stuur schiet uit opa’s handen (of zijn het de mijne geweest?) en we belanden met de rechterkant in de wal van het kanaal. Opa springt eraf en grijpt mij in z’n sprong mee, de trekker af. Hoe dit is afgelopen weet ik niet meer en ik kan ook niemand meer vragen, het is te lang geleden. Wel herinner ik me dat In de loop van de tijd opa steeds meer spijt krijgt van de verkoop van Vos. Opa begint heimwee te krijgen.

 

Op een avond moet er een koe aan de dijk kalven. Het gaat dit keer niet al te makkelijk en het duurt lang. Opa besluit bij de koe aan de dijk te gaan waken. Er gaat een fles jenever mee. Opa heeft nu tijd om eens rustig na te denken onder het genot van een stevige borrel. Weer komt het beeld van Vos in hem naar boven. De heimwee begint nu toch wel erg veel aan hem te knagen.

 

Heimwee en de borrel

 

De volgende dag wordt opa wakker aan de dijk. Naast de koe loopt een kalf en op de grond ligt een lege fles jenever. Een paar dagen later, het zondag, gaat opa op de fiets naar Westerwolde. Angstvallig voelt hij nog eens in zijn binnenzak. Na vele uurtjes is hij aangekomen in de plaats waar hij denkt dat het boertje woont die Vos heeft gekocht. Hij op zoek naar het boertje. Wonder boven wonder vindt hij het boerenbedrijfje van de man. De eigenaar is op de deel en opa vertelt hem dat hij Vos wil zien. Dat kan, het paard loopt achter in de wei. Bij de schutting ziet opa Vos al lopen en hij roept: “Vos, Vos”. Het beest tilt zijn hoofd op, de oren gaan rechtovereind staan. “Vos, Vos”. Een wonder geschiedt, Vos zet het op een lopen. Voor het eerst ziet Opa Vos zo hard lopen.…. Hinnikend, sneuvend en stampend blijft het zware oude beest voor opa staan. Vos legt zijn zware hoofd over opa's schouder. Dikke tranen rollen over opa’s wangen. “ ‘Ken mie niks scheeln wast wilst hebbn, moar Vos gait mit mie noar hoes”. Hoe het boertje heeft gereageerd en wat opa heeft betaald, weet ik niet. De binnenzak van opa is in ieder geval weer leeg; alleen in zijn beurs heeft hij nog wat geld.

 

Daar gaat opa met het paard voor de fiets op weg naar het verre Nieuwe Statenzijl. Onderweg heeft hij veel bekijks en in elk dorpje dat hij door komt, gaat hij even aan bij het café voor een borrel. Zo komt hij ook in Winschoten waar die dag markt is. Op de hoek bij de kerk wordt in een café eerst een borrel of twee, drie genomen en dan loopt opa even met het paard en de fiets over de markt.

 

Het schilderij van opa Hillinga, geërfd door zijn kleinzoon Harm Hillinga en geschilderd door een zekere Jansen. 
Foto: ©Harm Hillinga, 2012.
Het schilderij van opa Hillinga, geërfd door zijn kleinzoon Harm Hillinga en geschilderd door een zekere Jansen.
Foto: ©Harm Hillinga, 2012.

 

Bij een koopman die schilderijen verkoopt, blijft hij even staan. Zijn oog valt op een schilderij van een boerderijtje met een paar bomen en een hooimijt. Daarvóór loopt een boer achter een ploeg getrokken door twee paarden. Het schilderij speekt boekdelen, het lijkt sprekend op de stee van opa. Het schilderij gaat onder de arm mee. Daat gaat opa, één hand aan het stuur van de fiets. Vos heeft hij aan de fiets gebonden. En weer gaat opa op weg naar huis. Hij komt door Beerta en Nieuw Beerta en als laatste stopplaats in Drieborg, waar hij op de hoek in café Bos de laatste borrels neemt. Buiten staat Vos trouw op hem te wachten. Er wordt verteld dat Vos de weg van Drieborg door de polders naar Nieuwe Statenzijl zelf heeft gevonden met opa liggend over het stuur en met onder zijn arm het schilderij stevig in zijn greep.


Het paard zal nog lang in Nieuwe Statenzijl blijven. Vader neemt het boerdenbedrijfje met landbouw en veeteelt over en dus ook Vos. Er komt een andere trekker, eentje met normale banden. Vos hoeft niet veel meer te doen. Hij hoeft alleen maar lief te zijn. In 1965 als wij Nieuwe Statenzijl moeten verlaten en Vos moet worden verkocht (weer naar emand in Westerwolde), is de tragedie groot. Ik heb mijn vader nooit zien huilen, maar toen .... het was of hij een kind verloor. Vader heeft er de jaren daarna nog wel aan gedacht om Vos te gaan bezoeken. Dat was echter te zwaar voor hem. Wat bewaard is gebleven is een foto van Vos, genomen met een fototoestel die ik heb gekregen van mij eerste liefde voor mijn zestiende verjaardag. Het schilderij hangt anno 2021 nog steeds bij ons aan de muur, prominent in de kamer. Ik mocht het van mijn oma hebben bij het overlijden van opa. Het is voor geen goud te koop!

 

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven).Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de Disclaimer voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

 

Hoogeveen, 4 jan. 2013.
Update: 12 april 2020.
Update: 2 augustus 2021.
Verhaal: © Harm Hillinga
.
Naar het Menu 'Artikels'.
Naar de HomePage van www.nazatendevries.nl.
Top